Als er één vakgebied op zijn kop is gezet door de digitalisering, dan is het wel de fotografie. Na de uitvinding van de daguerreotypie in de 19e eeuw bestond fotografie decennialang uit een analoog-chemisch proces met film. Pas in de jaren '70 werden de eerste stappen gezet op het gebied van digitalisering van de fotocamera.  Opmerkelijk genoeg werd de digitale camera uitgevonden bij een bedrijf dat later ten onder zou gaan aan de digitalisering van de fotografie: Eastman Kodak. In december 1975 sleutelde ingenieur Steve Sasson een vroege voorloper van de digitale camera in elkaar, met gebruik van een Super 8 videolens, een CCD-chip, een paar nikkel-cadmium batterijen, een analoog naar digitaal converter, en een magnetische opslag op basis van een cassette. De camera woog in totaal vier kilo en had een resolutie van 0,01 megapixels. Het duurde 23 seconden om een digitale zwart/wit foto te maken en deze weg te schrijven naar tape. De foto's konden later letterlijk weer afgespeeld worden met behulp van een microcomputer en televisie. Het zou nog jaren duren voordat digitale fotografie betaalbaar genoeg werd om de analoge filmrolletjes te vervangen. In 1981 introduceerde Sony de Mavica, het eerste toestel dat gericht was op consumenten. Deze had een resolutie van 570x490 pixels, de foto's werden opgeslagen op een diskette. Pas in 1995 kwamen er echt betaalbare digitale compactcamera's op de markt. Terugspelen foto's eerste digicam (via Petapixel)