Onlangs heeft telecombedrijf KPN een belangrijke stap gezet in de verdere ontwikkeling van het Internet of Things (IoT). Het bedrijf heeft in de regio's Rotterdam en Den Haag namelijk een LoRa-netwerk in gebruik genomen, dat apparaten op een energiezuinige manier kan verbinden met internet. Dit kan grote gevolgen hebben voor de verdere adaptatie van wearables, die veelal afhankelijk zijn van een internetverbinding voor hun werking. Het LoRa-netwerk is geen vervanging voor het huidige mobiele netwerk, maar een aanvulling daarop, legt Frank van der Post, Chief Commercial Officer en lid van de Raad van Bestuur KPN uit. Het netwerk is in staat om op lange afstand (long range, vandaar de naam LoRa) verbinding te leggen met talloze apparaten die om de zoveel tijd kleine hoeveelheden data uitwisselen via internet. Denk aan sensorgegevens, of het aansturen van slimme apparaten in een smart home. LoRa maakt gebruik van een laagfrequent radioverbinding, waardoor het bereik ook binnenshuis optimaal is. De data wordt bovendien versleuteld, zodat ongewenst aftappen van gegevens moeilijk (maar uiteraard niet onmogelijk) is. Het LoRa-protocol is gebaseerd op een open standaard LoRaWAN. Naast KPN maken ook bedrijven als Semtech, Cisco, Actility, Proximus en Swisscom onderdeel uit van de LoRa Alliance. Het is de bedoeling dat het LoRa-netwerk in 2016 verder uitgerold wordt in heel Nederland. Dat is een interessant gegeven voor fabrikanten van wearables, aangezien deze nu nog vaak afhankelijk zijn van een smartphone voor hun werking. Denk aan smartwatches en fitnesstrackers. Zodra dergelijke wearables voorzien worden van LoRa-ondersteuning kunnen deze apparaten ook volledig tot hun recht komen zonder dat de gebruiker continu een smartphone bij zich hoeft te hebben.